terug

In gesprek met Astrid

Nieuws, Column &

vrijdag 31 augustus 2018

In gesprek met Astrid

Om de kijken hoe de Vrijwilligersacademie in 10 jaar is veranderd, interviewde Astrid Philips, trots kwartiermaker, over tien jaar Vrijwilligsacademie. Net als Martin Stam is zij nauw betrokken bij de academie. door Jaap Vriend

Astrid Philips is een kwartiermaker op gebied van ervaringsdeskundigheid, al zegt ze zelf liever dat ze veel ervaringskennis heeft. Ze is opgeroeid in Amsterdam Nieuw-West, maar ze heeft ook in tehuizen en bij pleeggezinnen gewoond. Ze heeft toen ze later alleen met haar kinderen woonde echte armoede gekend, tot een vriendelijke Amsterdamse meneer van het, toen nog, Gas Water en Licht, haar ooit in een hopeloze situatie (hij kwam alles afsluiten, maar deed dat uiteindelijk toch maar niet) naar het maatschappelijk werk doorverwees.

Astrid is negen jaar geleden bij de Vrijwilligersacademie gekomen via een verdiepingsbijeenkomst over schulden. Vervolgens deed ze alle trainingen die er waren: er kwamen er steeds meer bij! Zo ontwikkelde ze ook de training voor ervaringsdeskundigen mee.

Geen excuus-Truus

Nu doet ze veel werk voor Team Ed, is ze een belangrijke adviseur bij de Vrijwilligersacademie en is ze in dienst bij de HvA als ervaringsdeskundige. Ervaringsdeskundigen tellen steeds meer mee. Tien jaar geleden waren ze er natuurlijk ook wel, zo vertelt ze, maar het enige wat je toen kreeg, was een fietstas van de Regenboog! Nu werkt ze dus bij de hogeschool en ook steeds vaker als dagvoorzitter.

Volgens Astrid heeft elke vrijwilliger ervaringskennis, maar belangrijk is wel dat de eindverantwoordelijkheid van zorg bij de beroepskracht blijft. Die kent immers de theorie. Maar ze ziet dat de rol van de ervaringsdeskundige steeds groter wordt. Belangrijk voor deze rol is dat je geen excuus-Truus bent, maar over zelfreflectie en competenties beschikt. Daar is de Vrijwilligersacademie erg belangrijk voor.

Zonder vrijwilligers stort de economie in

Astrid vindt dat de Vrijwilligersacademie nog meer een broedplaats moet worden voor vrijwilligers. En ze ziet dat ook gebeuren door alle trainingen, de Burenbond en de succesvolle masterclasses. Volgens Astrid zou de VA zich in de toekomst ook kunnen richten op de ‘eenmalige’ vrijwilligers.
Belangrijk is, volgens Astrid, dat je een training doet om een ander te helpen en om jezelf stabiel te houden als vrijwilliger. Dat het leuk blijft, want zonder vrijwilligers stort de hele economie in.

Vrijwilligers zijn mondiger

Ze merkt dat vrijwilligers de afgelopen jaren steeds mondiger zijn geworden. Ze zijn ook beter getraind in bijvoorbeeld grenzen stellen. Al knipoogt Astrid, op de Vrijwilligersacademie heb je die casus over of je nu wel of niet een televisie moet geven aan een bijstandsmoeder. Ik zeg: “natuurlijk moet je dat doen! Al vinden de organisaties van niet.”

Al pratend merk ik dat Astrid een wandelende sociale kaart van Amsterdam is. Ze vertelt over maatjes die ze heeft gehad, die in kelderboxen woonden en haar soms nu nog wel eens huilend opbellen. Ze probeert ze dan naar een goede instantie door te verwijzen. Of regelt een nieuwe maatje voor ze.

Geduld en kleine stapjes

Tot slot vertelt ze over de eerste persoon die haar ooit hielp toen ze was doorverwezen naar Centram door die aardige man van het GWL. Katie kwam bij haar langs, een maatschappelijk werkster. Ze hielp me, zo vertelt Astrid, door aanwezig te zijn en een beetje te praten. Ze bleef maar een kwartiertje. De week erna deed ze precies hetzelfde, maar heel langzaam sorteerde ze samen met mij de post, die een totale chaos was. Die rustige Katie leerde Astrid heel veel over hoe je heel geduldig en met kleine stapjes goed (vrijwilligers)werk kan doen voor een ander.

Kijk hier voor een leerzaam filmpje waarin Astrid uitlegt hoe je stapje voor stapje een ander goed kan helpen. Deze video laten de trainers in elke basistraining zien aan alle nieuwe vrijwilligers.

Categorieën

Schrijf je in voor de nieuwsbrief.

Graag ontvang ik ook nieuws over:

Site by Alsjeblaft!