terug

Een uitvreter in je training?

Over niets moeten en grenzen stellen. Door Japi Vriend

“Behalve den man, die de Sarphatistraat de mooiste plek van Europa vond, heb ik nooit een wonderlijker kerel gekend dan den uitvreter.” Zo begint het prachtige boek de Uitvreter van Nescio. En als trainer van onder meer Grenzen Stellen heb ik het met bijzondere belangstelling gelezen.

Want de uitvreter is een hele mysterieuze man die wordt opgenomen door een vriendengroep in Amsterdam rond het jaar 1900. Een uitvreter is volgens de Van Dale letterlijk iemand die op kosten van anderen leeft en dat doet deze Japi (prachtige naam had hij trouwens????)! Zijn vrienden konden hem zomaar in hun bed vinden als ze ’s avonds laat thuis kwamen, hij rookte hun sigaren, leende hun jassen zonder te vragen enzovoort, enzovoort.

Grenzen

Hij is zo een wonderlijke kerel omdat de vrienden hem constant over al hun grenzen laat gaan. Wat had ik hen graag eens in een van mijn trainingen gehad om naar de reden hiervan te vragen! Ik vermoed dat ze dan zouden antwoorden: “Ja luister, Japi is zo beminnelijk. Hij komt gewoon naar je huis om wat te drinken. Hij zegt dan een tijdje later: Goh, ik moet maar weer eens gaan, maar o, jee wat regent het opeens hard buiten! Poeh, in dit weer kan ik toch niet naar buiten. En hop, voordat je het weet blijft ie weer een nachtje slapen. In jouw bed! En jijzelf ligt dan ineens op de grond!”

In onze training beginnen we met de vraag waar jouw eigen grens ligt. Vaak hoor ik, en zelf heb ik daar ook last van, dat cursisten dat niet weten. Ook kan een ander je vaak in die mate overvallen met een verzoek, dat je zomaar alweer ja hebt gezegd. Of de ander is zo aardig dat je niet eens nee tegen hem kunt zeggen. Dit is allemaal aan de hand in de Uitvreter.

Mysterieus?

Hij is dan ook wel heel mysterieus. Japi’s hobby is naar het water kijken. Het liefst gaat hij naar het prachtige stadje Veere in Zeeland om daar wekenlang 14 uur per dag te staren naar de zee. En hij maakt zich nergens druk over. Japi verwondert zich vooral dat anderen dat wel doen: “En altijd zaten ze in angst ergens voor en hadden ze verdriet ergens over. Altijd waren ze bang te laat te komen of van iemand een standje te krijgen, of ze kwamen niet uit met hun salaris of hun plee was verstopt…” Dit alles kan hem niets schelen. Japi heeft als motto “niets willen worden, niets te verlangen anders dan wat mooi weer.”

Wat een heerlijke instelling! Om niets te moeten. En dus ook niet bang te zijn dat een ander nee zegt op jouw vraag! Daarom vermoed ik dat Japi het niet erg had gevonden als de anderen eens een grens bij hem hadden getrokken. Volgens mij had hij het wel begrepen, want voor niets gaat de zon toch op? Ik hoop zo dat er eens een soort uitvreter in mijn trainingen opduikt. Het lijkt me wonderlijk!

Categorieën

Schrijf je in voor de nieuwsbrief.

Graag ontvang ik ook nieuws over: