terug

Interview met Dick de Korte, huisfilosoof van de Vrijwilligersacademie

Hij schuwt de grote levensvragen niet en weet een veilige haven te creëren in de gesprekken met de deelnemers na de colleges. Deze week gingen we in gesprek met Dick de Korte, trainer en gewaardeerd huisfilosoof van de Vrijwilligersacademie.

Hoe ben je bij de Vrijwilligersacademie terecht gekomen?

Ik heb 34 jaar gewerkt aan de Hogeschool van Amsterdam (HvA) als docent, onder andere over de geschiedenis in de zorg. De laatste 10 jaar heb ik een Minor studieprogramma ontwikkeld met de titel ‘levensethiek’. Studenten kunnen in het vierde studiejaar kiezen voor zo’n specialisatie.

Studie en training in de levensethiek bestrijken het terrein van zingeving- en betekenisvragen in het algemeen, of bij ingrijpende gebeurtenissen en keerpunten in je leven. Het was prachtig om hieraan te werken met jonge gemotiveerde studenten. Die motivatie en betrokkenheid zie ik ook bij de deelnemers aan de colleges op de Vrijwilligersacademie. Dat geeft me veel.

Het bord op de Keizersgracht

In 2018 moest ik met pensioen. Moeten omdat ik mijn werk na de pensioengerechtigde leeftijd nog een paar jaar wist te ‘rekken’. Die jaren na mijn pensioenleeftijd heb ik alleen nog aan de ontwikkeling van de Minor gewerkt. Toen ik het niet langer mocht doen kreeg ik een ingeving. Ik had weleens op de Keizersgracht een bord zien staan met daarop ‘Vrijwilligersacademie’. Toen schoot mij te binnen dat een collega bij de Hogeschool van Amsterdam wel eens iets gedaan had voor de Vrijwilligersacademie. Ik heb een mail gestuurd en mijn diensten als filosofiedocent aangeboden. Dat is nu 3 jaar geleden. Aanvankelijk dacht ik dat men niet zoveel interesse in colleges zou hebben, omdat er hoofdzakelijk trainingen worden gegeven. Tot mijn verbazing stonden de colleges nog maar korte tijd op de website en het was al vol aanmeldingen.

Karin Hanekroot toonde zich enthousiast voor inhoud en vorm van de colleges en heeft me erg gestimuleerd. Toen is het woord ‘huisfilosoof’ gevallen.

Colleges

Ik geef nu colleges, er wordt gewerkt aan opdrachten in de les, ongeveer 20 minuten, en dan ontstaat er uitwisseling met en tussen de deelnemers. Men durft zich hierbij kwetsbaar te tonen en de eigen levens- en zingevingsvragen te benoemen.

Er zijn twee series van 4 colleges. De eerste heeft als de titel De grote vragen. Hier gaat het dus over vragen zoals zojuist genoemd. De tweede heeft de titel De deugden als gids. Daarbij onderzoeken we hoe we de kardinale deugden, zoals de Griekse filosoof Aristoteles ze formuleerde, als zoeklicht kunnen gebruiken om onze levensvragen te verhelderen.

Deze deugden zijn Moed, Matigheid, Rechtvaardigheid en Praktische wijsheid. Op die manier kunnen we onszelf vragen stellen zoals ‘Wat geeft me nou moed in mijn leven en uit welke bronnen put ik daarbij? Of: Wat is rechtvaardigheid? Wanneer komt iemand tot z’n recht en wanneer niet? Of: Welke grenzen moet aan mezelf en anderen stellen?

Wat voor reacties krijg je op de colleges?

Dat het verhelderend is en dat het veilig voelt om op deze ingekaderde manier je levensvragen openlijk aan de orde te stellen. En wonderlijk genoeg werkt Zoom daarbij beter dan ik had verwacht. Je voelt ondanks de betrekkelijke afstand toch intimiteit omdat het altijd over ervaringen in je leven gaat. Ik verlang echter toch ook weer naar ‘fysieke’ bijeenkomsten hoor.

Jouw vrijwilligerscafés zijn ook heel populair…

Daar hebben we steeds een thema’s als uitgangspunt zoals rechtvaardigheid, verantwoordelijkheid, afstand en nabijheid, verlies. We hebben pas het thema inclusie gehad, over erbij horen of er niet bij horen, waarbij we ook uitgingen van eigen ervaringen met uitsluiting. Wat ik het leuke vind aan die cafés is dat er ook studenten aan mee doen, dus jonge gasten. Die hebben een onderzoeksopdracht om te kijken wat is dat nou, zo’n café. Het is leuk omdat die jongeren heel andere ervaringen hebben en delen.

Wat maakt levensethiek in relatie tot vrijwilligerswerk voor jou zo interessant?

Achter vrijwel elke hulpvraag zit ook een zingevingsvraag. Is het zinnig wat ik doe? Welke waarden wil ik dienen met vrijwilligerswerk? Kan ik mijn eigen levensvragen zó onder woorden brengen dat ze helpend zijn voor de ander? Dat geldt ook voor mezelf. Werken bij de Vrijwilligersacademie is een zinvolle activiteit. Het geeft mij voldoening. Ik kan mijn kennis levend houden. Ik hoor ergens bij.

Als je lang hebt gewerkt bij de Hogeschool van Amsterdam dan vraag je je af: hoe nu verder? Het is niet dat je zegt ik wil een baantje om een extraatje te verdienen. Het is meer de oproep ‘er is werk te doen’, een existentieel thema. We hebben allemaal verlangen naar zinvolle ervaringen, het gevoel ertoe te doen. Mensen zijn in deze tijd, meer dan voorheen, relatief vrij om hun levensrichting te bepalen. Dat kan ook lastig zijn, omdat je dat voornamelijk allemaal zelf moet uitzoeken. De dominee, pastoor of politiek leider zoeken dat niet meer voor je uit.

Wat een goede insteek, je kijkt naar wat het oplevert voor vrijwilligers

Vrijwilligers zeggen dat ook vaak, je krijgt er echt iets voor terug. De kreet van de Vrijwilligersacademie is: ‘Ik weet wat ik geef’. Mooi, daar zit dat element van zelfkennis ook in.

Wat is je bijzonderste moment?

De laatste serie colleges liepen heel goed. Mensen waren heel kwetsbaar, toonden zelfkennis en waren openhartig. Het laatste college gaat over praktische wijsheid. Daar ga ik in op zaken als ‘wat overstijgt jou’? Wat is groter dan jezelf? Wanneer heb je het gevoel dat je eerbied en dankbaarheid moet tonen aan het leven? Dat heeft voor mij nieuwe inzichten opgeleverd. Deelnemers hebben me hier veel gegeven.

Wat vind je nu zo leuk aan het geven van deze colleges?

Ik ben docent in hart en nieren, ik heb 34 jaar les gegeven. Colleges geven is mijn ziel en zaligheid. Ik kan dat. Iemand mee kunnen krijgen in een gesprek, dat vind ik erg leuk en zinvol. Dat ik dat werk kan voortzetten aan de Vrijwilligersacademie stemt me dankbaar. ‘Huisfilosoof’, wie had dat ooit kunnen denken?

Is er nog iets dat je onze vrijwilligers wilt meegeven?

Filosofisch bezig zijn betekent vooral: ‘niet analyseren, maar bezinnen’. In de hulpverleningswereld is diagnostiek, effectiviteit en oplossingsgerichtheid veelal een leidend principe. Filosofie, en dan met name levensethiek, probeert dit te vermijden. Het gaat immers om ‘trage vragen’. Dat vraagt om een andere houding; de bereidheid om een ‘trage’ doordenking met elkaar aan te gaan.

Categorieën

Schrijf je in voor de nieuwsbrief.

Graag ontvang ik ook nieuws over:

Site by Alsjeblaft!