terug

Rhea Nielsen

Column

zondag 13 oktober 2024

Rhea Nielsen

Jaap Vriend vertelt in zijn column over de antiheld die zijn hele leven al met hem meereist!

“Van wat een kind leest, onthoudt het maar een deel. Maar dat onthoudt hij ook zo goed, dat het zijn verdere leven met hem meereist, in zijn hart en in zijn bloed, het wordt een stuk van hemzelf.” Dit mooie citaat is van Annie MG Schmidt. Ik vond het deze week in de boekhandel, waar ik met ons gezin was vanwege de kinderboekenweek.

Ik moest meteen aan Rhea Nielsen denken, omdat zij al zo’n 34 jaar met mij meereist. Toevallig herlas ik deze week “De Gesloten Kamer” van Maj Sjöwahll and Per Wahlöö dat ik als kind van 12 jaar al in mijn handen had. Dit Zweedse echtpaar is een begrip, omdat veel misdaadauteurs vinden dat zij de uitvinders zijn van de moderne misdaadroman. In hun tien boeken lost een team rechercheurs onder leiding van Martin Beck allerlei moorden op terwijl de schrijvers ondertussen de Zweedse welvaartsmaatschappij kritisch onder de loep nemen.

Als twaalfjarige leefde ik innig mee met Martin Beck. Hij is een treurige antiheld, die altijd snipverkouden is, door het intensieve politiewerk amper vrienden heeft en als klap op de vuurpijl al jaren heel ongelukkig getrouwd is met een vakantieliefde waar hij twee kinderen mee heeft. Wel is Martin een dappere doorzetter-detective die slim en nauwgezet alle sporen van een moord onderzoekt tot die opgelost is. De tien Beck mysteries waren totaal geen kinderboeken. Ze staan vol van volwassen problemen zoals drugs, depressiviteit en seks en daarom las ik ze als kind natuurlijk met rode oortjes. (Mijn vader en zussen verslonden ze op onze vakantie in Zweden in 1990 en ik mocht ze ook lezen).

Zeven steengoede boeken lang gaat het van kwaad tot erger met Martin. Hij raakt zelfs een keer zwaargewond door toedoen van een ex-collega en hij gaat scheiden. Door dat laatste is hij eerste wel opgelucht, maar later vereenzaamt hij ook. En dan komt boek 8. Daarin moet hij een moord in een afgesloten kamer oplossen. Op zijn speurtocht belt hij aan bij ene Rhea Nielsen.

Ze doet de deur open en kijkt hem recht aan in de ogen “alsof ze het gewend was elke situatie meteen te doorzien.” Hij vroeg: “bent u Rhea Nielsen.” “Zeker. En u bent zeker politieman?” Hoewel Martin Beck’s observatievermogen ongewoon snel werkte, had hij meteen door dat hij op dit vlak iemand ontmoette die daar nog beter in was.”
Even later moet Martin zelfs lachen in gesprek met Rhea. “Hij was verbaasd, maar het was een feit. Hij had voor het eerst sinds lange tijd gelachen.” Ook Rhea merkt het op: “Je lachte. Ik dacht dat je niet wist hoe het moest.”

Lang verhaal kort: de sympathieke maar treurige hoofdpersoon die we al zolang volgen, vindt zijn match. Het grote geluk is dat het wederzijds is! Het is een louterende verlossing die me altijd bijgebleven is. Ook als ik het deze week voor de zoveelste keer opnieuw lees. En Martin Beck? Die raakt door zijn nieuwe liefde zelfs zijn verkoudheid kwijt.

Ps Martin Beck is uitstekend verfilmd en te zien op NPO Start, maar lezen is nog beter!

Image by svklimkin from Pixabay

Categorieën

Schrijf je in voor de nieuwsbrief.

Graag ontvang ik ook nieuws over: