‘Naar vriendschap zulk een mateloos verlangen’. Wat bedoelt de dichter – Jacob Israël de Haan – met die woorden? Bedoelt hij het verlangen naar meedoen, erbij horen, ertoe doen?
door Franckx en Jürgen van Tilbeurgh-Schmidt
ambassadeurs voor de Vrijwilligersacademie Amsterdam | correspondenten in Gent